Wanneer de Data Gateway geïnstalleerd is, kan Twinfield als data source worden toegevoegd. Klik rechtsboven op het menu Settings en kies de optie ‘Manage connections and gateways’.
Instellen Gateway
Eerst moet eenmalig ingesteld worden dat de gateway gebruik mag maken van ‘custom data connectors’.
Ga naar de tab ‘On-premises gegevensgateways’, selecteer de Data Gateway, klik op de knop […] en selecteer de optie Instellingen.
Zet een vinkje bij de opties ‘Toestaan dat cloudgegevensbronnen van de gebruiker kunnen worden vernieuwd via dit gatewaycluster’ en ‘Toestaan dat de aangepaste gegevensconnectoren van de gebruiker kunnen worden vernieuwd via dit gatewaycluster’. Bevestig dit met de knop Opslaan.
Toevoegen data sources
Vervolgens kunnen we de data sources toevoegen. Zet hiervoor eerst de optie Tenantbeheer op Uit.
Ga naar de tab Verbindingen en klik links bovenin op de knop ‘+ Nieuw’ om de koppeling met Twinfield toe te voegen.
- Clusternaam van de gateway: selecteer de gateway
- Naam van de gegevensbron: geef de koppeling een unieke naam (bijv. Twinfield 40000).
- Verbindingstype: kies de ‘Connector voor Twinfield (by PowerBIConnector.nl)’. (Als deze keuze niet beschikbaar is, start dan de ‘On-premise data gateway’ op de computer waar dit geïnstalleerd is en controleer in het menu Connectors of de ‘ConnectorTwinfield’ getoond wordt. Zo niet, dan moet de connector in deze map geïnstalleerd worden. Zie hoofdstuk Installatie Connector).
- Administratiecode: de administratiecode (of de combinatie van administratiecodes) die in het Power BI rapport gebruikt wordt.
- Hoeveel jaar wilt u inlezen / Welk regime wilt u inlezen: deze velden kun je hier leeg laten
- Verificatiemethode: selecteer de optie Key
- Accountsleutel: vul hier de Connector Key in die je gekopieerd hebt van PowerBIConnector.nl (zie hoofdstuk Account).
- Laat het vinkje ‘Testverbinding overslaan’ uit.
- Privacyniveau: kies hier het gewenste privacyniveau (zie Informatie over privacyniveaus in Power BI Desktop – Power BI | Microsoft Docs)
- Klik op Maken.
Voor elke administratiecode (of combinatie van administratiecodes) moet een extra data source toegevoegd worden aan de gateway.